‹ Terug
spelling: plaatje woordje poster
nog in ontwikkeling!
Spelling goed leren schrijven begint met begrijpen
hoe woorden zijn opgebouwd
.
In het begin van
groep 3
schrijven kinderen woorden zoals ze klinken (
boom, vis, bloem, rits enz
). Dat zijn
klankzuivere woorden
.
Halverwege groep 3 verandert dat: niet alles wat je hoort, schrijf je ook zo op.
Kinderen leren dan
spellingregels
en woorden die ze moeten
onthouden
.
Spelenderwijs oefenen
Met de
spellingkaartjes
en de bijbehorende
poster
wordt
oefenen
leuk
en
visueel
.
Op het ene kaartje staat een
plaatje
, op het andere het
woord
.
Door het juiste plaatje bij het woord te zoeken, oefenen kinderen het
herkennen, lezen en schrijven
van woorden.
De
A3-poster
helpt hierbij als extra visuele ondersteuning. Gebruik de kaartjes samen met de
legbladen
,
memory
,
wandeldictees
,
schrijfoefeningen
en
puzzels
ed. die bij elke set horen.
Alles wat je nodig hebt om
spelenderwijs met spelling te oefenen
, vind je in het
PDF-bestand
.
Na
aankoop
van een categorie in de
webshop
ontvang je een
wachtwoord
waarmee je al het materiaal van die set kunt
downloaden
.
Elke categorie is dus een
complete set
met:
kaartjes met
plaatjes en woorden
,
een
poster
(A3-formaat),
en
extra oefenmateriaal
zoals legbladen en spelideeën.
Elke set hoort bij één
spellingcategorie
en bevat alleen woorden uit die categorie. Je kunt het materiaal
bij elke methode
gebruiken als extra oefenmateriaal. De uitleg van de regels kun je gewoon gebruiken uit de methode waar je mee werkt.
Je kunt een set
apart gebruiken
of
combineren
voor extra uitdaging en herhaling.
Zo blijft spelling oefenen
afwisselend, motiverend en leuk
!
Hieronder zie je de verschillende categorieën met de woorden die je ermee kunt oefenen.
Omdat het
losse kaartjes
zijn, kies je eenvoudig welke woorden het best passen bij jouw leerlingen.
De sets zijn
nog in ontwikkeling
. Zodra een categorie klaar is, wordt deze hier toegevoegd.
ng/nk-woorden (45 woorden)
nog in ontwikkeling
De woorden en plaatjes die bij deze categorie horen, zijn:
ng
: tong - vang - ring - slang - zing - tang - bang - kring - wang - hengst - vangst - vinger - ketting - behang - hangmat - slinger - langzaam - kleding - krakeling - pudding - tuinslang - koning - hengel
nk
: bank - zink - pink - drink - schenk - denk - mank - stank - plank - linksaf - anker - drank - slank - stronk - inkt - donker - frisdrank - winkel - hinkelbaan - duikplank - surfplank - sprinkhaan